Met 200.000 ha aanplant is Argentinië de grootste wijnproducent van Latijns Amerika. Van de totale productie is 25 procent bestemd voor de export. De Argentijnen houden dus de meeste wijn voor zichzelf en wie ervan heeft geproefd, begrijpt waarom. Argentijnse wijnen zijn verbazingwekkend mooi en smaakvol.
Door de enorme uitgestrektheid en grote hoogteverschillen ligt het land in meerdere klimaatzones en kent het een grote verscheidenheid in landschappen. Dit typische mengsel aan variëteiten staat bekend onder de naam terruno of terroir. Gevolg van al die verschillen is, dat het druivenaanbod in allerlei verschillende soorten op de markt komt, wat grote aantrekkingskracht uitoefent op creatieve wijnmakers.
Hoogste gronden, meeste zon
Voor de omschrijving van hun wijnen gebruiken de Argentijnen vrijwel alle superlatieven in het woordenboek: de wijngaarden liggen op de hoogste gronden, krijgen de meeste zon, rijpen het beste en zijn het minst verontreinigd.
Het feit dat de exportmarkt relatief klein is, is voor de echte wijnliefhebber een zeer positief signaal. Dit betekent namelijk dat de Argentijnse wijnbouwers niet zijn verleid tot smakeloze massaproductie voor de wereldmarkt. Zij koesteren hun terruno en bewaken de identiteit van hun authentieke product.
Comments